Doneren
Een bijdrage leveren aan het behoud van de kerken van de Stichting Oude Groninger Kerken? Word donateur.
DonerenDe aan Maria gewijde kerk van Oosterwijtwerd behoort samen met de kerken van Marsum en Eenum tot de oudste bakstenen kerken in dit deel van de provincie. Het dorp moet volgens een handschrift uit 1664 zelfs enige reputatie als Maria-bedevaartsplaats hebben genoten. Op de zuidoostelijke kant van de wierde stond tot 1745 het ‘Huis te Oosterwijtwerd’, de borg waar de Ukena’s en later de Ripperda’s en hun erfgenamen woonden. Hoewel de borg is verdwenen, zijn de sporen van het ‘aanzienlijk geslacht der Ripperda’s’ nog steeds voelbaar in de kerk.
Het is een eenvoudig zaalkerkje met een inspringende halfronde apsis, in zijn geheel daterend uit de tweede helft van de 12en eeuw. Ook de kap die de kerk dekt, stamt grotendeels uit de bouwtijd van de kerk; ondanks reparaties en veranderingen zijn er nog 21 originele spanten met resten van de oorspronkelijke telmerken te vinden. De dakruiter kwam in plaats van een vrijstaande klokkentoren die in 1665 instortte, met bovenop een windvaan met het wapen Ripperda. De luidklok komt uit 1694. Door lichte versnijdingen in de zijmuren op 3,5 meter hoogte, ontstaat een spaarveld; in deze zone plaatste men de oorspronkelijke rondboogvensters, zoals te zien is aan de oostkant en aan een gedicht venster aan de noordmuur. De hoogte van de vensters doe een latere verlaging van de gevels vermoeden en om meer licht binnen te krijgen zijn er later grote rondboogvensters ingebroken.
Het interieur wordt gedekt door een vlakke, houten zoldering. Door een houten schotwerk (1925) boven het balusterhek (1855) wordt het koor aan het zicht onttrokken. In het schip staat de kansel uit 1666 centraal. De dooptuin is nog grotendeels aanwezig, zij het dat delen van het doophek gebruikt zijn als voorschot van enkele banken. Het orgel stamt uit 1741 en is in de 19e eeuw naar Oosterwijtwerd gekomen. De wijzerplaat op de orgeltribune dateert uit 1681 en wordt sinds 1993 weer gecompleteerd door een replica van het oude uurwerk.
De Ripperda’s hebben hun stempel op de kerk gedrukt; een zilveren avondsmaalbeker uit 1667 is voorzien van hun wapen, evenals de bel en de collectezak. Ook op de fraai overhuifde herenbank siert het Ripperda-Ripperda alliantiewapen. Na de Hervorming veranderde de kerk steeds meer in een mausoleum voor de Ripperda’s. Onder de vloer van het koor bevindt zich een grafkelder waar vier leden van de familie zijn bijgezet, in het koor hangen drie rouwborden. Opvallend is ook een classicistisch vormgegeven zandstenen epitaaf voor Gijsbert Herman Ripperda († 1695), met kwartierwapens, helmtekens en griffioenen. Toch laten enkele 17e-19e eeuwse grafzerken zien dat de Ripperda’s geen “unico collator’ van de kerk waren.